
Houd op de linker stuurhendel de knop ingedrukt van de ruitensproeiers die je wilt gebruiken. De ruitensproeiers voor activeer je met de bovenste knop, de ruitensproeier achter met de onderste.


De ruitensproeiers en -wissers werken samen om de sproeiervloeistof over de voorruit te verspreiden.
Nadat je de knop hebt losgelaten, gaan de ruitenwissers nog een paar keer heen en weer om overtollige vloeistof weg te vegen.